Knieprothese
Bij een vergevorderde slijtage van de knie wordt, vooral bij oudere mensen, overwogen het kniegewricht te vervangen door een prothese. Hierbij worden de versleten knievlakken vervangen door metalen kunstvlakken.
Een totale knieprothese bestaat uit een metalen bovenbeendeel (femurdeel) en een plastic onderbeen gedeelte (tibiadeel).
Soms wordt ook het gewrichtsdeel van de knieschijf (patella) vervangen door een polyethyleen patellaprothese.
Omdat de delen van de prothese los van elkaar worden geplaatst, is een goed en sterk bandapparaat nodig. Is dit niet meer aanwezig, dan is een prothese met een scharnier noodzakelijk. Knieprothesen worden veelal met botcement aan het bot gefixeerd.
Na de operatie zal de patiënt meestal weinig tot geen pijn meer voelen in het been. Vaak is een buiging tot 100 graden mogelijk. Het gewricht is stabiel en belastbaar.
Complicaties:
Slijtage van het polyethyleen, hierdoor kan de prothese loslaten;
Infectie, hierdoor kan de prothese ook loslaten;
Zenuwletsels en vaatletsels.
